Taal

De trots der hedendaagse Arameeërs (Suryoye);
3000 jaar gesproken & geschreven Aramees

J. Messo (2001)

De oude Arameeërs (v.a. Griekse tijden Syriërs/Suryoye genoemd) hebben wellicht tegen het begin van het eerste millennium v.C. hun alfabet/schrift – niet hun (spreek)taal! – aan het zogeheten Fenicische schrift ontleend. Er zijn evenwel ook geleerden, die zich tegen deze stelling verzetten en beweren, dat het Aramees zich veeleer onafhankelijk van het Proto-Kanaänitisch heeft ontwikkeld en dat het Aramese schrift pas later onder invloed is komen te staan van het Fenicische schrift. Hoe het ook zij, de Arameeërs wisten uiteindelijk een eigen schrift te ontwikkelen met eigen kenmerken en een eigen ‘wezen’. Een schrift, dat dus op een zeker moment een geheel eigen ‘identiteit’ zou gaan aannemen. De Aramese wel te verstaan. Deze ontwikkeling voerde zelfs zover door dat het Aramees op den duur niet slechts een gesproken en een geschreven taal door de Arameeërs was. Het Aramees wist namelijk door zijn eenvoudig gestructureerde schrift van slechts 22 medeklinkers zelfs het spijkerschrift, het schrift van o.a. Akkadiërs en Babyloniërs met maar liefst meer dan 600 tekens, weg te concurreren. Met name door dit historische feit werd de Aramese taal (zowel de geschreven als de gesproken taal) uiteindelijk tot de lingua franca* verheven onder machtige rijken, zoals die van de Assyriërs, de Chaldeeërs/neo-Babyloniërs en de Perzen (in latere tijden bekend als Iraniërs).